Systeeminstellingen
Systeemparameters verwijzen naar alle technische configuraties die het gedrag, de beveiliging en de prestaties van een computersysteem bepalen (besturingssysteem, toepassingen, netwerken, enz.). Ze bepalen in het bijzonder de toegang tot bronnen, beveiligingsregels, het beheer van gebruikersaccounts, activiteitenlogs en updatebeleid. Een onjuiste configuratie van deze parameters is vaak een kwetsbaarheid die misbruikt kan worden.
Een systeemparameter is een configuratieoptie die een computersysteem vertelt hoe het zich moet gedragen. Praktisch gezien is het een instelling die gewijzigd kan worden om de werking van een besturingssysteem, server of software aan te passen.
Voorbeelden:
Op Windows kan een systeeminstelling zijn: wachtwoorden moeten minstens 8 tekens bevatten
Op een Linux-server: verbied SSH-verbindingen als root
Op een Apache webserver: de maximale grootte van een geüpload bestand beperken
In een netwerk kan een parameter zijn: alleen bepaalde poorten openen voor communicatie
Deze parameters beïnvloeden de veiligheid, prestaties en stabiliteit van het systeem. Slecht geconfigureerd kunnen ze kwetsbaarheden creëren waar hackers misbruik van kunnen maken.