Kunstmatige intelligentie zorgt voor een revolutie in het bankwezen, optimaliseert diensten en verrijkt de klantervaring. Deze transformatie gaat echter gepaard met grote uitdagingen op het gebied van regelgeving. De Artificial Intelligence Regulation (AI Act), aangenomen op 13 juni 2024, stelt een geharmoniseerd wettelijk kader vast binnen de Europese Unie voor het gebruik van AI, met name in gevoelige sectoren zoals het bankwezen.
De AI-wet betekent een grote stap voorwaarts. Het biedt de Europese Unie een uitgebreid wettelijk kader voor kunstmatige intelligentie. Deze wetgeving komt op een moment dat AI essentieel wordt in de banksector en invloed heeft op klantrelaties, risicobeheer en financiële beslissingen.
Voor Europese banken gaat deze regelgeving verder dan louter technologische regelgeving. Het stelt ons voor een strategische uitdaging: technologische innovatie combineren met naleving van de voortdurend veranderende regelgeving.
De toenemende toepassing van AI in banken
Van chatbots en fraudedetectie tot de automatisering van kredietprocessen, AI is in opkomst als een belangrijk hulpmiddel voor het transformeren van bankpraktijken.
De toepassing ervan versnelt snel. Een studie van McKinsey uit 2023 voorspelt een groei van 30 % per jaar tussen nu en 2026. De grootste toename in het gebruik (+45 %) zal plaatsvinden in de klantenservice.
Banken investeren massaal in AI. In 2024 investeerden ze meer dan €150 miljard, of 13 % van de wereldwijde investeringen in AI.. Deze trend kan worden verklaard door de vele voordelen die AI banken belooft:
Procesautomatisering
AI automatiseert vervelende en repetitieve taken, zoals het verwerken van kredietaanvragen, het opsporen van fraude en het controleren van documenten. Hierdoor kunnen banken hun operationele efficiëntie verbeteren, kosten verlagen en hun medewerkers vrijmaken voor taken met een hogere toegevoegde waarde.
BNP Paribas heeft bijvoorbeeld de tijd die nodig is om kredietaanvragen te verwerken met 80 % teruggebracht dankzij AI.
De klantervaring verbeteren
AI personaliseert bankdiensten en maakt 24/7 klantondersteuning mogelijk. AI-gestuurde chatbots beantwoorden vragen, geven gepersonaliseerd financieel advies en helpen bij het beheren van rekeningen. Dit verbetert de klanttevredenheid en -loyaliteit.
ING België heeft "Ida" in gebruik genomen, een virtuele assistent die meer dan 70 % aan vragen van klanten afhandelt zonder menselijke tussenkomst. Volgens Xerfi zouden banken hun jaarlijkse inkomsten tegen 2025 met 3 tot 5 % moeten verhogen dankzij AI.
Risicobeheer
AI helpt banken om proactief risico's te identificeren en te beheren. Het detecteert fraude, beoordeelt de kredietwaardigheid van leners, voorspelt kredietverliezen en houdt verdachte transacties in de gaten. Dit vermindert financiële risico's.
Crédit Mutuel heeft bijvoorbeeld haar verliezen door fraude met bankkaarten met 30 % verminderd dankzij AI. Crédit Agricole gebruikt AI voor voorspellende kredietrisicoanalyses en verlaagt de wanbetalingspercentages met 23 % voor bepaalde klantsegmenten.
De AI-wet: een risicogebaseerde aanpak
Tegen deze achtergrond introduceert de AI-verordening een geharmoniseerd rechtskader om het toenemende gebruik van AI te ondersteunen en tegelijkertijd de risico's van de toepassing ervan nauwkeurig in kaart te brengen.
Deze verordening onderscheidt zich met name door haar risicogebaseerde aanpak. Er wordt prioriteit gegeven aan verplichtingen op basis van de potentiële schade van AI-systemen.
Dit model is bijzonder geschikt voor de banksector. Risicoregulering is een fundamenteel principe dat is vastgelegd in de CRD (prudentieel kader voor kredietinstellingen) en andere sectorale normen.
De AI-verordening vormt daarom een aanvulling op bestaande verplichtingen door een kader te bieden voor de risico's die samenhangen met de grondrechten van personen.
Classificatie van AI-systemen: een belangrijke kwestie voor banken
Een van de belangrijkste bijdragen van de AI-verordening ligt in de classificatie van AI-systemen op basis van hun risiconiveau, variërend van systemen die als "onaanvaardbaar" worden beschouwd tot systemen die als "laag risico" worden beschouwd.
Voor bankinstellingen is het belang van deze classificatie duidelijk, aangezien verschillende veelgebruikte toepassingen van AI, zoals deredit scoring modellen en klant profilering systemen worden nu beschouwd als "hoog risico".
Banken krijgen dus te maken met strengere verplichtingen, met name op het gebied van risicobeheer, transparantie en verantwoordingsplicht voor beslissingen die door AI-systemen worden genomen. Deze vereisten omvatten onder andere de implementatie van bestuur en de verplichting om geautomatiseerde besluiten volledig traceerbaar te maken.
Hoewel deze aanpak de bescherming van grondrechten versterkt, vereist het ook dat financiële instellingen hun interne processen herzien om naleving te waarborgen, met name met betrekking tot de naleving van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR).
Convergentie met prudentiële regelgeving: een uitdaging voor banken
Een van de bijzondere kenmerken van de AI-verordening is dat deze aansluit bij andere Europese wetgeving, met name die voor de banksector.
Zo kan de RKV, die eisen stelt aan de governance van financiële instellingen, deels worden gezien als een invulling van bepaalde verplichtingen uit hoofde van de IA-verordening, met name op het gebied van risicobeheer en interne controle.
Hoewel er aanpassingen zijn overwogen om overlappingen te voorkomen tussen de vereisten van de wet op de effectbeoordeling en die van de bankwetgeving, blijven er echter onzekerheden bestaan over de manier waarop deze twee regelgevingskaders in de praktijk op elkaar zullen worden afgestemd.
En dus, Sommige banken zouden voor een dubbele uitdaging kunnen komen te staan: enerzijds moeten ze voldoen aan een reeks prudentiële normen en anderzijds moeten ze voldoen aan de specifieke verplichtingen van de AI-verordening..
Het risico op duplicatie of tegenstrijdigheden in normen moet worden beheerst, anders ontstaan er extra nalevingskosten en wordt technologische innovatie afgeremd.
De behoefte aan transparantie en verantwoording
De AI-verordening legt het volgende op bijzonder strenge eisen transparantie en verantwoording, met name voor zogenaamde AI-systemen met een hoog risico. Bankinstellingen moeten nu niet alleen de traceerbaarheid en verklaarbaarheid garanderen van de beslissingen die hun algoritmen nemen ten opzichte van hun klanten.
In een sector waar vertrouwen en transparantie absolute vereisten zijn, is de invoering van dergelijke vereisten een belangrijke stap in de richting van het creëren van een ethische en verantwoordelijke AI.
Dit betekent een culturele revolutie voor banken, waardoor ze hun benadering van geautomatiseerde besluitvorming moeten heroverwegen en effectieve menselijke controleprocessen moeten invoeren. In die zin is de AI-verordening niet alleen een regelgevend instrument; het moedigt bankinstellingen ook aan om hun bedrijfsmodel opnieuw te definiëren om deze nieuwe vereisten proactief te integreren.
De AI-wet: een katalysator voor gereguleerde innovatie
Naast het bindende karakter is de AI-verordening ook bedoeld om innovatie aan te moedigen, met name door de invoering van zandbakken van regelgeving. Deze experimentele ruimtes, die banken in staat stellen om hun AI-oplossingen testen onder regelgevend toezicht. Ze vormen een waardevolle kans voor de banksector, omdat ze het mogelijk maken technologische ontwikkeling te verzoenen met naleving van de wetgeving.
Voor bankinstellingen zouden deze sandboxes een veilig kader kunnen bieden voor het experimenteren met AI-toepassingen zoals geautomatiseerde bankdiensten, algoritmen voor het personaliseren van aanbiedingen en tools voor voorspellend risicobeheer, waarbij ervoor wordt gezorgd dat deze technologieën voldoen aan de vereisten op het gebied van beveiliging, transparantie en bescherming van consumentenrechten.
Een nieuw evenwicht vinden: innovatie, veiligheid en naleving
De AI-verordening stelt banken voor een grote uitdaging: het succesvol integreren van AI in hun processen en tegelijkertijd voldoen aan aangescherpte wettelijke verplichtingen. Ze zullen een delicaat evenwicht moeten vinden tussen het verkleinen van de risico's van AI en het bevorderen van technologische innovatie, wat essentieel is voor hun concurrentievermogen.
Deze verordening doet meer dan alleen het gebruik van AI reguleren; ze legt een visie op AI ten dienste van de mens op, waarin de bescherming van de grondrechten van burgers en de garantie van meer transparantie bij geautomatiseerde beslissingen strategische prioriteiten worden. Financiële instellingen zullen daarom niet alleen moeten voldoen aan een veeleisend nieuw wettelijk kader, maar ook moeten aantonen dat ze in staat zijn om van AI een ethische hefboom voor digitale transformatie te maken, ten dienste van vertrouwen en financiële inclusie.
Conclusie
De AI-wet is een beslissende stap in de regulering van AI-technologieën in Europa, en in het bijzonder voor de banksector. De wet biedt niet alleen een regelgevend kader om de risico's van het gebruik van AI te beheren, maar maakt ook de weg vrij voor veranderingen in de praktijken en processen van bankinstellingen en moedigt hen aan om strengere normen in te voeren op het gebied van transparantie, verantwoordelijkheid en respect voor de grondrechten.
Wil deze verordening echter een echt positief effect hebben, dan moet ze worden geïmplementeerd op een manier die consistent is met de bestaande bankwetgeving en er tegelijkertijd voor zorgen dat ze geen belemmering vormt voor de technologische innovatie die van vitaal belang is voor het concurrentievermogen van banken in een geglobaliseerde omgeving.
De volgende fasen in de toepassing van kunstmatige intelligentie moeten erop gericht zijn de grijze gebieden te verduidelijken en te zorgen voor een harmonieuze toepassing die bevorderlijk is voor een ethisch en verantwoord gebruik van kunstmatige intelligentie in de banksector.